De dirigent
Marta Leda studeerde koor- en oratoriummuziekdirectie aan het Karol Szymanowski Conservatorium in Katowice (Polen) bij Jan Wojtacha, de hoofddirigent van het Filharmonisch koor in Katowice.

Daarna begon ze met haar klavecimbelstudie bij Marek Toporowski eveneens aan het conservatorium in Katowice. Als afstudeerscriptie vertaalde ze ‘Méthode pour apprendre la basse continue par Bourmayan et Frisch’ vanuit het Frans naar het Pools. Studenten van het conservatorium in Katowice maken tot op de dag van vandaag gebruik van haar vertaling, tijdens hun basso-continuolessen. Tijdens haar studie volgde ze diverse masterclasses zowel als dirigente bij Helmuth Rilling, als klaveciniste bij Bob van Asperen en John Toll .
In 1998 vervolgde ze de klavecimbelstudie op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Ton Koopman en Tini Mathot. Tegelijkertijd werd ze dirigente van een gereformeerd koor in Noordwijk. Daarnaast nam ze plaats achter het klavecimbel en orgel tijdens de uitvoeringen van Orchestre Conservatoir met o.a. werken als de ‘Matthäus Passion’ van J.S. Bach en ‘Die Schöpfung’ van J. Haydn.
In 2011 nam ze deel aan een korenfestival in Katwijk, als dirigent van het Bernarduskoor uit Hazerswoude waar ze de tweede prijs wonnen. In haar beoordeling schreef de jury over hun optreden: ‘Voor á capella heb je lef nodig, en dan ook nog nauwelijks zakken…. PETJE AF!’
Niet alleen a-capella-uitvoeringen met koor liggen haar goed, ook draait ze haar hand niet om voor stukken met orkest. In 2014 dirigeerde zij het Leids Kamer Orkest bij de kerstuitvoering van Gemengd Koor Sancta Maria.
Naast dirigent van Cappella Fruí Cantus is zij ook dirigent van gospelkoor Hatikwa in Hillegom.
